Waarschuwing; onderstaande tekst bevat elementen die doen lijken dat ik instem met het gedachtengoed van Baudet. Het feit dat ik deze waarschuwing denk te moeten plaatsen is veelzeggend, want mag ik het met hem eens zijn in mijn ‘bubble’?

Er is een essay van hem over Michael Houellebecq. Ik heb Houellebecq nog niet gelezen heb maar wel vaker over hem. (Nog niet, maar hij staat op mijn boekenlijstje)

Nu was er gisteren behoorlijk ophef. Ik noem even de items waar men over struikelt in het essay van Baudet: hij wijst abortus en euthanasie af, wil vrouwen terug in de rol van verzorger, hij is tegen massa-immigratie en islamisering.

Wat deed ik gisteren? Ik las het op Nu.nl, klikte door naar het artikel, en zocht met de zoekfunctie in mijn browser  in de tekst naar de woorden, abortus, vrouw etc. En zag bevestigd waar de oproer over ging, wat een enge, gevaarlijke man die Baudet.

Maar later op de dag ging ik me ergeren. Al die media, politici die over elkaar struikelden om hun mening te geven over dit enge mannetje hadden die, net als ik, alleen die paar woorden uit de tekst gevist? Dus ging ik het hele stuk lezen, Engels, lastig, lang, maar boeiend. Het beschrijft hoe Houellebecq genadeloos de huidige postmoderne geliberaliseerde wereld blootlegt. Wij zijn eindelijk vrije individuen maar deze vrijheid maakt ons uiteindelijk niet gelukkig en ook niet echt vrij. En ik denk dat daar iets aangeraakt wordt dat belangrijk is. Sinds God dood is verklaard, de zuilen zijn opgeheven, en iedereen in zichzelf moet onderzoeken wij hij is, voelen wij ons stuurloos. Wij zoeken naar een innerlijke aangeboren stem, god is niet meer boven ons maar in ons, en die vertelt ons, als we maar goed luisteren of al we maar genoeg meditatiecursussen doen, wie we zijn en hoe we moeten leven. Ik geloof daar niet in, niet in een god boven ons maar net zo goed niet in die ‘god’ binnenin zou zitten. God is een verhaal, langzaam opgebouwd over generaties, doorgegeven, veranderd en steeds weer doorverteld. Die verhalen zijn echt, we zien alleen niet dat het verhalen zijn en dat er op hetzelfde moment verschillende verhalen naast elkaar kunnen bestaan. Wat wij goed vinden en wat fout is niet in 10 stenen tafels gebeiteld maar je kunt het lezen in dikke wetboeken. Het zijn boeken die veranderen als de samenleving verandert, nieuwe tijd, nieuwe regels. Zo was euthanasie en abortus ooit fout en kan het nu, ondanks het feit dat het op de grens van onze mede-menselijkheid ligt, goed zijn. Een precair samenraapsel van regels probeert goed van fout te scheiden. 

Maar het is niet in steen gebeiteld. We moeten altijd bereid blijven om erover na te denken, erover te spreken, te disussieren, het hartgrondig met elkaar oneens te zijn en om water bij de wijn te doen.

En dat gaat er nu mis. Wij hebben het liberale ideaal heilig verklaard, onaantastbaar, onbespreekbaar. De conclusies die Baudet trekt, daar ben ik het hartgrondig mee oneens. Abortus is niet alleen maar toegestaan omdat wij zo graag vrije individuen willen zijn, euthanasie is geen vorm van hulp bij zelfdoding omdat wij geen zin hebben om voor onze ouders te zorgen. De zelfstandigheid van vrouwen vind ik een groot goed, het opnemen van vluchtelingen noem ik geen massa-immigratie, en ik ben niet bang voor islamisering, niet echt.

Maar het lijkt alsof we het er niet meer over mogen hebben en ik denk dat we het er juist wel over moeten hebben, altijd maar weer.

Abortus, goed dat het een uitweg is voor vrouwen, dat zij zelf mogen beslissen over hun leven. Maar een soepele wetgeving kan ook een sturend moreel kompas zijn, je wilt niet zwanger zijn dus doe maar het maar weg, dat mag, dus niks aan de hand? Maar het is ongelooflijk ongrijpend, je beslist over het wel of niet geboren laten worden van een mens. Is de wet dan alleen vrijheid gevend?

We hebben euthanasie geregeld voor als het echt niet meer gaat, als het lijden ondraaglijk en oneindig is. Maar durven we te spreken over wat het nog meer is? Tobt een ernstig zieke over de last die hij is voor zijn omgeving? Hoe is het echt voor de nabestaanden die ernaast stonden toen een geliefde dood werd gemaakt.

Goed en belangrijk dat vrouwen nu zelfstandig zijn, gelijkwaardig aan mannen. Maar moeten we het daarom niet meer hebben over de waarde van zorgen? Over de tijd en inspanning die het kost om voor een gezin, familie te zorgen. Zijn we dat niet een beetje kwijtgeraakt, zijn we niet vergeten om die waarde te behouden en te verdelen?  Mogen we niet spreken over mannen en vrouwenrollen, over nature versus nurture, ben je dan gelijk een seksist? 

Ik wil een land wonen dat vluchtelingen een warm welkom heet. Ik denk dat wij het zo goed  hebben in vergelijk met vele anderen dat wij dat moeten en kunnen. Maar kunnen we niet óók rustig praten over wat dat met ons doet? Het is best ingewikkeld om om te gaan met zoveel verschillende culturen om ons heen. Hoe kan ik de waarden en de verhalen uit mijn geschiedenis behouden of laten vervlechten met al die nieuwe en wellicht botsende verhalen.

En de islam is voor mij een geloof is als alle andere, ik snap dat het mensen een houvast kan geven, een coherent verhaal biedt, een richting in het stuurloze leven, prima. Maar ik lees ook over aanslagen, vrouwenondrukking, onvrijheid. Geloven in god, allah, jaweh, dat is een stevig wettelijke recht maar mogen we het daarom niet hebben over de keerzijden ervan?

Houellebecq toont wat wij niet willen zien, waar we het niet over lijken te willen hebben.  Onze wereld is vreemd, wreed, absurd, van zin ontrokken. Baudet trekt daaruit conclusies die ik niet deel en zelfs verafschuw. Hij lijkt aan te sturen op een bekrompen, inzichzelfgekeerde, conservatieve en bange maatschappij, eng.

Maar onze reactie erop, ook mijn eerste reactie, is eigenlijk het meest beangstigend. Door hem af te doen als een gevaarlijk mannetje en ons niet te willen verdiepen in wat hij zegt worden zijn uitspraken krachtiger in plaats van zwakker. Want de onderliggende gevoelens van angst, zinloosheid, ontevredenheid of ongelukkig zijn, of die er nu al al waren of dat ze vooral gevoed zijn, ze bezitten een grote destructieve kracht die niet op te lossen is met verbaal geweld of door ze te negeren. De gemiddelde onderbuik voelt dat door Baudet genoemde onderwerpen moeilijker zijn dan zoals wij het in wetten geregeld hebben en hij levert een heldere oplossingen, terug naar vroeger, grensen dicht.

 En als hij, met Houllebecq zegt, dat wij behoefte hebben aan een ‘wij’ of een ‘groter dan wij’ dan heeft hij denk ik gelijk.  We zijn individuen, we zijn vrij, vrijer dan ooit maar tegelijkertijd zijn we en blijven we vooral wij. We zijn onze opvoeders, onze vrienden, de anderen. Wij bestaan uit voeding van anderen en doordat wij ons spiegelen aan onze omgeving, luisteren, aftasten, meegaan, tegenoverstellen, overtuigen en je laten overtuigen kunnen we telkens opnieuw onze plaatsbepalen. Baudet heeft geen gelijk, dat vind ik dus ook. Maar dat schreeuwen heeft geen zin. Fatsoenlijke gespreksvaardigheden zijn de enige uitweg uit het doemscenario dat Houellebecq lijkt te schetsen. (En nu moet dus hoognodig naar de bieb om zijn boeken te halen.)

Ik, hij, wij. 

tekens huis Jaap en Wik

Nurture Danielle Spoelman 2018