Werk zoeken en dozen voor spullen verdrongen het verhaal dat sinds gisteravond in mijn hoofd zit….een verhaal dat ik beter op kan schrijven dan nog een nacht mee naar bed nemen..

L’Orfeo

Donderdagavond mocht ik met dochterlief mee naar de voorpremiere van L’Orfeo; een opera, ballet en kunstvoorstelling ineen van de Nederlandse Reisopera. Dochter speelt mee in ‘Orpheus: durf jij om te kijken?’ Een theatertalenttraject met ‘de Maakers’, dat aansluit bij deze opera van Monteverdi L’Orfeo, vandaar zomaar kaartjes en natuurlijk gaan we samen. Al is het maar afleiding. Op weg in de auto ernaartoe hoor ik weer eens een liedje dat ergens een zin uitbraakt als : I will love you till I die….” Ik hoor het alsmaar deze weken, dit soort zinnetjes, ik hoorde ze eerder nooit. Ik zeg tegen dochter: ‘dit wordt te lichtzinning gezongen’. Als je niet weet waar je het over hebt, zoals ik dat tot voor kort ook niet wist, dan is het eigenlijk flirten met iets dat te groot is om zo luchtig te bezingen. Te groot om ongehoord mee te neurien, vermaak, achtergrondgeluid, muzak. Ik realiseer me dan nog niet waar we eigenlijk op weg naartoe zijn. Het verhaal van Orpheus en Euridice. Ik heb geen klassieke scholing gehad en wat ik er via de kinderen, gymnasiumdagen op het Kottenpark, van meekreeg kwam nogal zoetsappig en overdreven op me over. Boeiend, maar oud en niet echt meer van deze tijd, dacht ik. Het toneel is sober, een groep dansers, uniform gekleed in huidskleurige ietwat vervormende maar lichamelijke pakken. Een fragiel doek in de vorm van een rechthoekig blok dat plotseling vloeibaar lijkt te worden, oude helende muziek. Ondertiteling (maar dan boven het beeld) helpt het zich traag ontvouwende verhaal te volgen. De man die al lang liefheeft vindt uiteindelijk zijn liefde beantwoord. Dan het lot, lief sterft en man is ontroostbaar. Het verhaal komt steeds dichterbij, kruipt naar binnen. Man is zo wanhopig dat hij afdaalt in de onderwereld, de Styx oversteekt, hier een rivier van traag bewegende lichamen, en daar smeekt om zijn lief terug te krijgen en weer mee te mogen nemen naar de lichte bovenwereld. Het verzoek wordt gehonoreerd. Dit alles gaat traag, in lange, zich herhalende gezongen zinnen, soms lees ik de bovenzinnen wel 5 keer. Maar het duurt soms lang voor liefde gevonden wordt en het verdriet van verlies is nog veel trager dan in dit spel. Een minuut in verdriet duurt uren. Er is één voorwaarde aan het terugkrijgen van lief: hij mag niet omkijken. Maar Orfeo kijkt wel om en verliest haar zo voorgoed. Ik snap het, ik snap het zo goed. Het verlangen terug te zien wat je hebt verloren, is onmetelijk groot. Het verlangen naar nog één blik, nog één woord. Daarover marchandeer je, je smeekt, bevecht, is één grote, lange, stille bede ‘ik wil, ik wil zo graag’ L’Orfeo blijkt dus niet zoetsappig, niet overdreven, niet lichtzinnig. Eerder een understatement dan over. In een zaal zitten en dit verhaal, noot voor noot, de ene vloeiende beweging na de andere binnen krijgen terwijl het verdriet zo dicht onder de oppervlakte zit is ruw en confronterend. Maar wel met een randje zacht, troost omdat ook in de klassieke tijd, ook in de 16e, 17e eeuw, ook nu in een volle zaal, het thema ‘ware liefde, onmetelijk verlies’, er was en er is. Opgenomen zijn in deze keten van vinden en kwijtraken, biedt wat geborgenheid. Het was er altijd al, het is overal, ik ben niet alleen. Was ik Orfeo, ik zou ook omkijken en dan nogmaals alles kwijtraken. Ik zou zo graag, zo graag. Verstand verliest van verlangen. Toegeven aan dit verlangen is geen zwakte, het is liefde, de grootste liefde.

‘Thought of you’, object in giethars, onderdeel van de installatie ‘Moments of presence’ Danielle Spoelman