Ik was gisteren bij een bijeenkomst van Kunsten ’92 in Het Rijksmuseum Twenthe. Zij willen inventariseren wat er in de cultuursector leeft, wat de tendensen zijn, en wat er nodig is in de politiek en in de instellingen om de cultuursector in Nederland te verstevigen.
Het was een geanimeerd gesprek, iedereen kwam netjes aan het woord, naar iedereen werd geluisterd en de organisator was blij met zoveel input.
Ik zat daar als beeldend kunstenaar. Een autonoom maar geëngageerd kunstenaar want ik vind dat je voor anderen moet opkomen ook als als je eigen portemonnee niet leeg is aan het eind van de maand, terwijl je weet dat dat bij je collega’s vaak wel het geval is. En er waren de instellingen, musea, poppodia, theaters, muziekonderwijs.
Instellingen en makers. Onlosmakelijk met elkaar verbonden want de een facilliteert het huis waarin de ander zijn kunsten vertoont. Maar oh, wat staan we toch ook ver van elkaar af.
Het ging over wat wij zien gebeuren in onze maatschappij; verharding, digitalisering, individualisering, verlangen naar liefde en verbinding, twentyfirst century skills, sectoren, geld en samenwerkingsverbanden.
Een mevrouw van de gemeente vond dat het allemaal nogal uit elkaar wapperde, dat was ook wel zo maar eigenlijk waren er maar twee stromen in het verhaal. Die van de doeners en die van de dromers. De zakenlijken en de softies.
Het ging over het belang van verbinding toen een van de aanwezigen zei: Verbinden bah, dat klinkt zo soft, wat hebben we het toch gezellig zo samen. Nee het gaat om samenwerken, samen dingen doen! En op dat moment begon er iets in mijn hoofd te kraken. Want het klonk prachtig, actief, inspirerend, doelgericht. Daar gingen stappen gezet worden, daar kwam echt iets van de grond. Mooi man.
Maar…. als het zo mooi klinkt, komt er altijd ‘een maar’ in mijn hoofd. Eigenwijze kunstenaar he. Want al had deze mijnheer het heus niet zo bedoelt, en oh wat krijgt hij mooie dingen voor elkaar, toch dacht ik wel; ‘er klopt iets niet of op zijn minst is het te snel, te flitsend, iets teveel van deze tijd, het riekt teveel naar framing (*). Want samenwerken, samen dingen doen, iets op poten zetten, iets organiseren, voor elkaar krijgen, van de grond tillen, ondernemen, maken, doen, is pas de tweede stap.
En twentyfirst century skills hoorde ik. Onderwijs moet kinderen klaarstomen voor de toekomst, wij weten nog niet wat de toekomst ons gaat brengen maar de kinderen moeten straks klaar zijn om in te stromen in onze maatschappij. Ze moeten vaardigheden aanleren waarmee ze het redden. En de verwachting is dat creativiteit de sleutel voor succes gaat zijn in de toekomst. Daar is straks behoefte aan. Skills, vaardigheden, creativiteit, wat de toekomst ons brengt….Prachtig, dat klinkt lekker pro-actief en er is ook nog eens een geweldige rol weggelegd voor de kunstensector. Wij kunnen dat, wij weten hoe dat moet, creatief zijn, daar valt wat te verdienen. Maar toch he, weer ‘een maar’ in mijn hoofd, weer een tweede stap.
En de digitalisering, daar moeten we ook wat mee, daar moeten we bij aanhaken, daar zijn mensen te vinden. Men komt misschien niet naar die voorstelling of dat museum maar er kijken mensen wel naar youtube en halen informatie van het web, daar zijn mensen wel in geïnteresseerd. Dus we moeten zorgen dat we daarbij zijn en nieuwe ideeën bedenken om daar bij aan te sluiten. Maar jah,wel een tweede stap…
Voor al die tweede stappen moet een eerste stap gezet worden. Want voordat we gaan samenwerken, gaan klaarstomen, gaat digitaliseren, moeten we misschien eens rustig filosoferen over wie we willen zijn, en wie we willen worden, en wat we willen bereiken en waarom dat goed is.
Daar hebben we dromers en dwarsdenkers voor nodig.
Al die prachtige instellingen, theaters, musea, festivals, zijn tweede stappen. Zij zijn de muren waarop de verbeelding getoond wordt. Maar daarvoor, in de ateliers, de studio’s, de zweterige zaaltjes, daar ontstaat de magie. Daar wordt onze kunst gefantaseerd, gedroomd, verprutst en verscheurd, opnieuw geprobeerd, gezocht, gevoeld, bedacht, geoefend, gemaakt.
En kinderen vaardigheden aanleren is prachtig, maar moeten we hen niet eerst leren hoe ze kunnen ontdekken wie ze zijn, wat goed is en mooi, hoe ze hun eigen creativiteit kunnen benutten, zonder vooropgezet doel maar gewoon voor zichzelf, zodat ze mooie volledige mensen worden, en dat zij dan weer kunnen dromen en bedenken hoe de toekomst eruit zou moeten zien?
En de digitalisering is maar een instrument, een ding, want we laten ons meevoeren op een technologische ontwikkelingsstroom zonder dat we eens bedenken waar we eigenlijk naar toe zouden willen stromen.
Dus als ik mag pleiten voor de toekomst van de cultuursector dan pleit ik voor tijd, voor ruimte, voor rust, voor doelloosheid, voor autonomie en voor een fatsoenlijk inkomen voor de dromers, de dwarsdenkers, de kunstenaars, dus voor eerste stappen. En voor verbinding, want verbinding is niet soft en misschien is het niet eens altijd gezellig. Verbinding betekent dat wij eerst eens naar binnen kijken en zien wat daar zit. En luisteren en voelen wat er in een ander zit. Verbinden is onderzoeken wie wij zelf zijn, en wie die ander, en wie wij willen worden, je ergens aan committeren, aan je hart, je gevoel, je eigen waarde en aan die van een ander. Wij de dromers én de doeners, én wij twee samen. En daarna, daarná kunnen we stappen gaan zetten.
’the conductor knows the music in between’
Danielle Spoelman, 2016
potlood, aquarel 27x35cm,
(*) Framing is een begin 21e eeuw in het Nederlands terechtgekomen Engelse term die verwijst naar een overtuigingstechniek in communicatie De techniek bestaat eruit woorden en beelden zo te kiezen, dat daarbij impliciet een aantal aspecten van het beschrevene wordt uitgelicht. Deze uitgelichte aspecten helpen om een bepaalde lezing van het beschrevene of een mening daarover te propageren.