20130903-082934.jpg

 

En zo kreeg het verhaal een beeld. Ondanks het aanhoudende zomerweer wist ik het. Het snufje herfst in de lucht maakte me duidelijk dat de zomer toch bijna voorbij is. En hoewel de de bomen nog groen en de hemel nog blauw, zag ik in mijn hoofd de bladeren al dwarrelen.
Ik had een prachtige doos pastel potloden gekregen voor mijn verjaardag. Achtenveertig stuks netjes gesorteerd op kleur. Ik kon er zo tien, twintig uitpakken, nieuwe combinaties maken. Gelen met wat groen, rood met een beetje rozig en een paar bruinen met wat oranje. Zie je het voor je als je het leest? Herfstkleuren.
Voor mij is dat feest. Een stuk of wat potloden bij elkaar leggen en zien of het past, of ze samen werken. Zoeken naar net die ene gele of groene die er nog bij moet. Mopperen als je weer niet de goede rode kunt vinden. Rood is een lastig sujet, altijd is hij net te rozig, bruin of oranje. Ik kan verlangen naar precies de goede tint, warm, diep roodachtig rood.
Kleur is een woordeloze taal. En ik weet niet of die taal universeel is. Je hebt natuurlijk mensen die kleurenblind zijn maar dat bedoel ik niet . Dat is een handicap zoals slechthorend zijn bij gesproken taal of dyslectisch de geschreven versie daarvan. Een treurige handicap trouwens als ik het zo bedenk, je weet niet eens wat je mist. Maar ervaart iedereen het opspringen van het hart bij het zien van net het juiste vleugje roze in een grijs schilderij? Het blauwe hemdje onder de rode blouse, een veld lavendel en dan een paar klaprozen. Ik hoop het, echt! Het gaat niet om smaak, waar ik blij van word, laat jou misschien koud. Maar herken je het? Het gefladder onder je middenrif als het klopt, als een paar kleuren samen gaan trillen, via je ogen, wat zenuwen, je hoofd, en dan ergens in je lijf?

Kleuren zijn mijn gereedschap. Of het nou potloden zijn of verf, een stukje tape, gekleurd papier. Ik kan ermee spelen, proberen er iets mee te zeggen. Maar het is zoals bij een goed recept, je kunt het lezen, je verheugen, het water kan je zelfs al in de mond lopen als je de ingrediënten bij elkaar ziet staan maar pas bij het ruiken, het proeven, het voelen van de textuur in je mond komt het allemaal bij elkaar, bén je even wat je eet. Ik kan je misschien vertellen dat een groot vlak lichtroze met een stipje lichtblauw je zal vertederen, dat zwartbruin met rode krassen aanvallend bedoeld is, dat aquamarijn sust en kalmeert. Maar het blijft niet meer dan het lezen van een recept. Misschien ben je je de volgende keer wat meer bewust van wat kleuren met je doen. Of ben je alleen nog maar aan het bedenken wat het recept is dat bij dit gerecht hoort. Misschien ‘denk’ je straks alleen nog maar en ‘proef’ je niks meer. En dat zou jammer zijn. Want beeldende kunst is allebei, het is denken én ervaren. Je kunt benoemen wat je ziet, woorden geven aan wat je erin ‘leest’ maar als het goed is stijgen ondertussen de kleuren in bubbels naar je hoofd, geven de lijnen je kriebels in je buik, voel je je geroerd door een vorm. Als dat gebeurt dan is het werk af, is het goed, dan doet het zijn werk. Ik hoop af en toe iets te kunnen maken dat dit kan. Maar het is altijd zoeken en proberen, zien wat er gebeurt. Daarom speel ik met mijn potloden, leg ze in groepjes bij elkaar. Mengen, roeren, mixen…. tot er bubbels ontstaan.