Brief aan mijn Burgemeester

Ik was bij uw speech tijdens de nieuwjaarsreceptie. Wat hield u een mooi verhaal, warm, grappig, vol hoop. U sprak van vrijheid, gelijkheid en broederschap. En dat broederschap de basis is waarop de andere twee drijven.

Ik luisterde en in mijn hoofd gebeurt er dan soms iets raars. Dan hoor ik een woord dat plotseling betekenisloos wordt. Zo’n beetje zoals dat gebeurt als je heel vaak het woord pindakaas achter elkaar zegt, dan blijven er alleen nog vreemde klanken over, pindakaas, pindakaas, pindakaas. Nu gebeurde dit bij het woord broederschap, ik ging mij afvragen wat dat eigenlijk is, broederschap. Want voordat je iets wenst of nastreeft wil je toch wel graag even weten wat het nou precies is.

Ik heb van Dale er even bij gehaald, altijd een fijn uitgangspunt:

broe·der·schap (de; v; meervoud: broederschappen)

1.(rooms-katholiek) kerkelijk goedgekeurde vereniging van gelovigen

2.(protestants) afgescheiden groep of kerkgenootschap

3. verhouding als broers

4. bond van beroepsgenoten

Nou denk ik niet dat u het had over de nummers 1 en 2, want in uw speech gaf u geen blijk van bijzondere spirituele intenties. Maar ik twijfel een beetje tussen de nummers 3 en 4.

Het ging wel erg veel over banen, percentages werkelozen, bezoekersaantallen aan de binnenstad, toenemend consumentenvertrouwen. Dus nummer 4, ‘een bond van beroepsgenoten’ zou het best kunnen zijn. Je hoort erbij als je jezelf economisch kunt bedruipen. Maar ik hoopte eigenlijk dat u nummer 3 bedoelde, een verhouding als broers.

Ik heb twee broers, (en overigens ook nog een fijne zus maar zij komt wel in een ander stukje, over gelijkheid ofzo). Vroeger zaten de broers bij ons aan de huiskamertafel, spelletje schaak of monopolie. En vaak eindigde dat met de stukken die door de lucht vlogen. Ze moesten nog leren hoe je je verlies moet nemen, als je schaakmat staat. Die les hebben we laatst pas echt geleerd, toen we afscheid moesten nemen van onze koningin. Daar waren die broers, groot, stoer, geslaagd in het leven en droef. Ze waren er, voor elkaar, beetje geven en nemen, samen verliezen. En die mooie banen die ze hebben waren even niet zo belangrijk, de auto’s, het huis, de spullen. Ze waren broers…. geen consumenten.

Maar ‘als broers’ zijn in een samenleving, hoe doe je dat. Zoals u ook zei, er zijn genoeg verliezen die we met zijn allen moeten leren nemen. Soms jij wat meer maar ook best vaak de ander. Gooien we dan de stukken in de lucht…of schuiven we wat monopoliegeld naar de overkant van de tafel?

In tijden van verlies zijn we zijn we mensen, met dromen, verlangens en verdriet. Dan gaan we misschien wel meer kopen maar dat is dan niet wat we nódig hebben.

Gisteren was ik in Tetem, bij een prachtige lezing van fotografe Marieke van der Velden en zij vertelde over haar project ‘the Island of all together’. Twee mensen op een bankje op Lesbos, een toerist en een vlucheling. Hoe gaat het met je, wie ben je en wie ben jij? Vreemden, die in een gesprek van een half uur, vrienden worden. Ik zag haar film en ik was ontroerd, en ik snapte daar wat dat is, dat rare woord ‘broederschap’. Het is vragen hoe het met je gaat, elkaar aankijken en zeggen dat je er aardig uitziet, lachen en even stil zijn. Dat is een kunst die we kunnen leren.

Én dat doet kunst. Een fotografe die zo’n project bedenkt, maakt en aan ons toont. Kunst geeft soms antwoorden op vragen die je jezelf nog niet eens gesteld had. Kunst maken en ervaren verbroedert. En dat is wat ik een beetje miste mijnheer de burgemeester. In uw speech. Hij was warm, grappig en vol hoop.

Maar ik miste de kunst. De kunst van vragen stellen, van antwoorden zoeken, van prachtige beelden maken, vergezichten schilderen, troost die komt in de vorm van muzieknoten en dansende vluchtelingen. Kunst biedt hoop dat wij kunnen leren verlies te dragen, als broers te zijn. Dat gebeurt niet in een overvolle winkelstraat, maar het gebeurt wel in een van onze musea, de schouwburg, het muziekcentrum, het filmhuis, op onze kunstacademie, de ateliergebouwen, de muziekschool….

Nu kan ik broederschap tien keer zeggen en ik zie twee mensen op een bankje, en nooit meer pindakaas, pindakaas, pindakaas…

dsc_6192-bewerkt

It’s just peanuts, my boys.

Serie ‘Queen of my heart’
Avijf-11 14,8×21 cm potlood op papier

Danielle Spoelman 2017