En dan is het bijna het einde van de zomervakantie. Het waren zowaar prachtige zonnige dagen, eindeloos luieren, lezen, zwemmen. Gewandeld in de bergen, wijn gedronken uit een plastic beker voor de tent,tweepans maaltijden gegeten bereidt op de benzinebrander. Ze smaakten heerlijk uit de grote laplandmokken. De kinderen hoefden niks en nergens heen. Geen broodtrommels, geen huiswerk, geen sportclubs, geen rondslingerende schooltassen.
De campingzooi is al bijna weer opgeruimd, een tiental wassen gedraaid en weggewerkt. Er zijn nog wat luie dagen over. Kind drie gaat over een paar dagen weer naar school en de oudste twee hebben nog een extra week respijt. Manlief is vandaag in een nieuw overhemd naar zijn werk vertrokken.
Ik hoop natuurlijk dat de zomer nog even flink doorzomert. De groene wereld zolang mogelijk behouden, het liefst tot ver in oktober, en dan een grande finale van vlammend rood en geel, die pas wordt weggevaagd in een eerste herfststorm zo rond november.

Maar ik heb er eigenlijk ook wel weer zin in. Na zo’n heerlijke zomer kan ik er wel weer tegen. En als we dan straks toch gewoon weer een herfst krijgen met nat en somber en grijs dan heb ik nog een heleboel zon in mijn hoofd, nog een laatste restje bruin op mijn vel en een paar honderd foto’s op mijn mac om bij weg te zwijmelen.

20130814-210345.jpg

Als kind telde ik de hele lange ‘grote vakantie’ hoeveel dagen ik nog vrij had. Soms opeens met de schrik in mijn buik omdat ik al over de helft was. En dan steeds minder, een paar dagen nog, echt aftellen. Dan begon het vanzelf te kriebelen in mijn buik, een vers schooljaar, nieuwe boeken, een andere juf, potloden die je voor de eerste keer mocht slijpen, een wit gummetje zomaar voor mij.
De eerste paar dagen waren altijd een feestje. Gelukkig vergat ik aan het eind van elke zomervakantie dat die feestroes ook maar een dagen duurde en dat daarna de sleur weer hevig toe kon slaan. Daarmee kon ik mijzelf zover krijgen de zomer achter me te laten, die zee van vrijheid en me weer te voegen in het stramien van de wekker op 7 uur.

En ook nu kriebelt het. Ik hoef niet meer naar school, ik heb zelfs geen baas die op me wacht. Maar het zijn nog steeds de potloden en het gummetje die me roepen. Kom, ga aan het werk, verzin eens iets, maak, creëer. Een wit vel, een lege bladzijde in mijn schetsboek. Ik heb er zin in, alleen nog even mijn atelier opruimen……die wordt elke zomervakantie zomaar weer schuur. Maar ook dat is een ritueel dat erbij hoort, afsluiten, opruimen en weer beginnen!