Je kent het wel in het buitenland. Je loopt op een marktje, de kraamhouder hoort aan je accent dat je Nederlander bent en gelijk krijg je het verwijt naar je hoofd: Kijken, kijken niet kopen. In een charmant lokaal accent dat dan weer wel. En misschien heeft hij wel meer gelijk dan we willen toegeven. Want we komen voor dat charmante marktje, de sfeer, de geuren, de mensen, het vermaak. Maar we kopen niets, hooguit misschien een leuke sleutelhanger of een kopje koffie omdat je toch even moet gaan zitten met je vermoeide voeten.

Ik werk voor een prachtige stichting in Enschede, KunstNonStop. Wij verzorgen een virtueel platform waar kunstenaars, kunstliefhebbers en culturele instellingen elkaar kunnen ontmoeten. Uiteraard is dit een vrijwilligersbaantje, veel uren, schijntje geld. Ik doe de social media, wat inhoudt dat ik alle activiteiten op het gebied van de beeldende kunst in Enschede en omstreken die ik zie langskomen op Facebook en twitter, deel op onze eigen pagina. We zijn daarmee een podium voor de kunstenaars en instellingen die hun exposities willen aankondigen en een informatiebron voor hen die daar graag naartoe zouden willen gaan.

Enschede is misschien niet zo groot maar toch komt er behoorlijk wat langs elke week. Prachtige, leuke, kleine, intieme, grootste en uitgebreide exposities, veel en vaak. En in het westen van het land zal de keuze natuurlijk nog veel groter zijn. En bijna allemaal zijn ze gratis. Voor de bezoeker dan. Want natuurlijk is het maken van kunst en het exposeren daarvan helemaal niet gratis. De kunstenaar stopt er zijn expertise in, jaren van opleiding en ervaring, investeringen in atelierhuur, materialen, transport en de gewone werkuren waarin het schilderij of het beeld gemaakt wordt.  (De expositieruimtes en hun medewerkers doen ook hun deel maar die laat ik nu even buiten beschouwing omdat zij ofwel op subsidie draaien ofwel op vrijwilligers waar ook veel over te zeggen valt maar net weer iets anders, dus dat komt in een ander blog.)

Maar gratis kunst dus. Ik voel de lezer al steigeren. Want exposeren is toch niet meer dan het in de etalage zetten van je kunst? Prachtige reclame en een functionele marketingtool voor jouw werk om maar even in de termen van deze tijd te blijven. Je laat je product aan de wereld zien zodat de potentiële koper een weloverwogen beslissing kan nemen of hij al dan niet tot aanschaf overgaat. En als je werk niet goed loopt dan kun je toch andere marketingtechnieken bedenken? Ik vond de tip dat ‘sex sells’ wel een aardige en de ‘Kunstmarketier die Merk aan Werk koppelt’ doet ook wel een leuke duit in het zakje. Maar het feit dat we onder ogen moeten gaan zien is dat de gemiddelde bezoeker van een expositie helemaal geen kunst wíl kopen. Er zijn er een paar die dat wel graag willen én kunnen maar zij zijn een hele kleine minderheid. En dat is helemaal niet zo raar eigenlijk. Ik wil ‘de Nachtwacht’ wel zien maar ik wil hem echt niet boven mijn bank en ik wil me wel laten verrassen door een lokale of nog niet zo bekende kunstenaar maar ik heb geen geld voor zijn prachtige foto’s. En ik wil me graag laten shockeren door een wat vlezig schilderij maar ik hang het liever niet in mijn keuken. Stel je voor zeg, elke ochtend aan het ontbijt. Daarbij hangen mijn muren zo ondertussen ook wel een keer vol en om nou kunst te kopen om het in een la te leggen… Dus ik ga wel en ik geniet wel, ik word verrast, ontroerd, van mijn sokken geblazen, raak geërgerd en verward, onthutst, blij, een beetje melancholiek en ik soms word ik diep geraakt. En heel af en toe gebeurt er niks en dat is hartstikke jammer maar ach, het kostte me ook niks.

Maar al die andere keren dat er wel wat gebeurde kostte het me ook niks. Hooguit dat beetje energie dat het me kostte om mijn luie achterste op de fiets te zetten om erheen te peddelen.

Ik geef niemand de schuld, en nee woehoe, wij arme kunstenaars zijn niet zó zielig. We zijn namelijk gewoon stom. We zijn gewoon meegegaan met de flow. We hebben ons laten aanpraten dat mensen misschien geen kunst kopen maar heus wel postkaarten en leuke broches. Dus die zitten we als een razende te produceren maar ook die verkopen voor geen meter en het houdt ons wel af van waar wel werkelijk goed in zijn, namelijk goede, prachtige, ontroerende, diepgaande schurende en soms shockerende kunst maken.

We geven ons werk gewoon weg. We zeggen: ‘ik heb iets moois en goeds gemaakt en kom er nu allemaal maar gratis van genieten. We hebben geaccepteerd dat ons werk is gereduceerd tot een verkoopproduct. Maar wij, de kunstenaars, zijn vergeten dat ons werk een ervaring oplevert en dat het daar ook om gaat. Niemand verwacht dat een bioscoopbezoeker gratis naar de film mag in de hoop dat hij achteraf de DVD wil kopen om er thuis nog eens naar te kijken. Of dat je een boek eerst voor niks mag lezen en dat je het daarna wel zal kopen om het in je boekenkast te zetten. We maken werk vanuit de krochten van onze zielen, we laten onze diepste gedachten erover gaan, we hebben wat te zeggen en wat te tonen. En we willen zo graag dat er iemand naar ons luistert en we zijn zo bang dat niemand het wil horen dat we het daarom maar gratis aanbieden. En misschien is het ook wel zo, zijn er geen luisteraars, geen toeschouwers die er iets voor over hebben. Maar dan is het wel een kwestie van zelfrespect. Als men niet wil luisteren, wil je dan blijven roepen? Als men niet wil kijken wil je dan blijven tonen? Het kan zijn dat je antwoord hierop ja is. Ik herken dat wel hoor want je bént toch kunstenaar tot in het diepst van je ziel en je hébt toch die zendingsdrang omdat je vindt dat je wat jij te zeggen hebt gehoord moet worden? Maar we maken onszelf er mee kapot en dat is dom. Als er niemand anders betaalt, betaalt dus de kunstenaar. We verlagen onze waarde door te zeggen dat kijken niks kost.

Ik stond van de week naast mijn expositie tijdens een mooie kunstmanifestatie en ik zag honderden mensen echt genieten, denken en peinzen, bij het weglopen zeiden ze allemaal heel vriendelijk ‘dankjewel’ en ‘veel succes’. Het werk werd gezien, mijn verhaal werd gehoord en toch voelde ik me droef. En het was niet de schuld van de bezoeker want die had de moeite genomen te komen en hij bleef rustig staan om eens goed te kijken. Om de tekeningen op zich in te laten werken. Het was mijn eigen schuld dat ik droef was. Want ik was er gaan staan als de marktkoopvrouw die enthousiast haar werk stond aan te prijzen en uit te leggen, maar tenslotte wel wat zurig dacht, ‘kijken, kijken, niet kopen’. Maar als ik slim was geweest en trots op mijn werk dan ik had de bezoekers gevraagd om te betalen voor het kijken zelf. Want het kijken ís kopen!

En ja, dat zijn we niet gewend, en ja, zo gaat dat nu eenmaal. Maar het feit dat iets ‘is zoals het is’ mag voor een kunstenaar geen belemmering zijn. Waren wij er ook niet om onze frisse blik op de maatschappij te tonen? De andere draai? Of zo je wilt ‘de vervreemding’ te zoeken? Daarom schop ik vanaf nu tegen het etablissement. Willen jullie mijn werk zien? Fijn! Wilt u dan in het even een kaartje kopen bij de ingang?

Overlopen

Overlopen