De kleine domme man. Is zo bang.
Bang voor iets vreemds
Bang voor iets anders.
De kleine domme man is bang om iets kwijt te raken
De kleine domme man schreeuwt.
Zo hard.
Hij kan niet meer denken, niet meer voelen. Hij is angst geworden.
Vasthouden, slaan, aanklampen, schoppen, nog meer schreeuwen.
Het helpt niet, zijn angst groeit en groeit.
Hij knutselt een hekje, en de angst springt er lachend overheen.
Hij bouwt een muur, en de angst maakt zich groot.
Hij trekt een grens, en de angst vloeit uit tot een reusachtige zee.
De kleine domme man, kijkt om zich heen en ziet alleen nog maar angst.
De wereld om hem heen is angst geworden.
De kleine domme man is iets kwijtgeraakt.
Iets wat mooi was
en goed
en echt
en eerlijk
en oprecht
en teder
en klein
en groots
Hij kijkt in de spiegel
en ziet een kleine domme man.